Cultuur, erfgoed, evenementen en sport

3.1 Toegankelijke en goede sportinfrastructuur

Samen met de partners in de stad komen we tot een sportklimaat waarin meer inwoners en bezoekers actief en inactief kunnen deelnemen aan sport- en beweegactiviteiten die hen aanspreken. Sport- en beweegactiviteiten die passend zijn bij de behoefte, kwaliteiten en niveau van onze inwoners. Een sportklimaat dat de bestaande voorzieningenstructuur versterkt en waarbij de voorzieningen meegroeien met de behoefte van een groeiende stad. En waardoor het sport-DNA van de stad meer zichtbaar en voelbaar wordt.

PRESTATIE

3.1.1 Wij realiseren een nieuw zwembad ter vervanging van zwembad de Sprenkelaar.

Het zwembad de Sprenkelaar is afgeschreven en blijft tot aan de opening van het nieuwe zwembad in gebruik. In 2023 wordt de aanbesteding voor de bouw van het nieuwe zwembad gestart.

3.1.2 Realiseren van een nieuwe Sporthal ter vervanging van sporthal Zuiderpark.

Sporthal Zuiderpark is afgeschreven en zal moeten worden vervangen. Herijking van het locatieonderzoek is nodig om de mogelijkheden van het toevoegen van een turnhal aan de nieuwe sporthal in beeld te brengen. Streven is om in 2023 de aanbesteding te starten. Voorwaarde hiervoor is wel dat de sport- en eventuele turnhal ruimtelijk en financieel in te passen zijn op de locatie.

3.1.3 Er vindt een locatiestudie plaats naar de best mogelijke locatie voor een turnhal.

De turnverenigingen hebben een voorkeur voor het realiseren van een Turnhal in Apeldoorn Zuid. In het kader van multifunctioneel ruimtegebruik is het wenselijk om een turnhal te realiseren in combinatie met de nieuw te realiseren Sporthal in Apeldoorn Zuid. Dit vereist een aanvullende locatiestudie op de bestaande sporthal locatiestudie.

3.1.4 De regeling 'kunstgrasfonds' wordt aangepast.

Sportverenigingen worden op verschillende manieren uitgedaagd om meer op natuurgras te gaan spelen of over te gaan op kunstgrasvelden met een natuurlijke infill. Om dit te kunnen bereiken zal de huidige regeling 'kunstgrasfond's worden herzien.

3.1.6 Referentienormen voor de sport worden vastgesteld.

Door middel van referentienormen reserveren we bij gebiedsontwikkelingen structureel ruimte voor zowel nieuwe sportaccommodaties als nieuwe openbare sport- en beweegvoorzieningen.

3.1.7 Opstellen sportaccommodatiebeleid.

In het sportaccommodatiebeleid wordt het huidige aanbod en de vraag naar sportaccommodaties in kaart gebracht, en relateren we deze aan capaciteitsnormen. Er worden voorstellen gedaan om het sportaccommodatiebeleid éénduidiger te maken en hoe multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties te stimuleren.

3.1.8 Wij geven uitvoering aan het Lokaal Sport- en Beweegakkoord.

Wij zijn partner van het Sport- en Beweegakkoord. We faciliteren, ondersteunen en participeren in de regiegroep en werkgroepen van de verschillende deelakkoorden. Samen met het sport- en beweegveld en andere maatschappelijke partners geven we op die manier invulling aan de in 2020 gezamenlijk geformuleerde ambities. We zetten, in samenspraak met de partners, de door het rijk beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van het lokaal Sportakkoord in op activiteiten die bijdragen aan het behalen van deze ambities.

NIEUWE ONTWIKKELING

Vervanging kunstgras

Wij stellen voor om een reserve in te stellen van maximaal € 2,3 miljoen, zodat de ambitie uit het collegeprogramma voor het aanleggen van minder milieu belastende sportvelden gerealiseerd kan worden.

 

Met de Ondersteuning regeling Sportinfrastructuur kunnen veldsportverenigingen in aanmerking komen voor een renteloze lening voor de aanleg van kunstgrasvelden. Het leningsbedrag wordt in 25 jaar door de vereniging afgelost. Momenteel zijn er ongeveer 23 kunstgrasvelden met een rubber infill. Terug gaan naar natuur grasvelden of, vanwege beperkingen in speelcapaciteit, het  kunstgras vervangen door een veld met een natuurlijke infill brengt extra kosten met zich mee. Deze kosten kunnen niet volledig door de verenigingen bekostigd worden. Hiervoor ontbreekt het ze aan financiële middelen. En omdat de verenigingen zelf eigenaar zijn van de kunstgrasvelden, kan de gemeente niet meer dan verenigingen stimuleren.

 

Het is aan de gemeente om te voorzien in de extra kosten voor een veld met een natuurlijke infill. Met daarbij het uitgangspunt dat de gemeente in het vervolg alleen nog een renteloze lening verstrekt voor de aanleg of vervanging van kunstgras met een natuurlijke infill. Hiervoor is per veld € 100.000 nodig. Om in de toekomstige vraag te kunnen voorzien is het voorstel om een reserve vervanging kunstgras en rubbergranulaat van totaal € 2,3 miljoen in te stellen.

 

Benodigd budget

Een storting in de te vormen reserve Vervanging Kunstgras, verspreid over twee jaar: € 1,15 miljoen in 2023 en € 1,15 miljoen in 2024.

Deze pagina is gebouwd op 10/25/2022 14:05:44 met de export van 10/25/2022 13:42:19